Home page

De
apokalupsis
van Jezus Christus

"Laten we uitzien naar de openbaring van onze Heer"
(1Cor.1:7).

DE OPENBARING VAN CHRISTUS

In het nieuwe testament worden zes Griekse woorden gebruikt, die betrekking hebben op de komst van de Heer. In de vorige studie is het woord parousia behandeld, doorgaans vertaald als komst, terwijl het gekomen zijn betekent, aanwezigheid.

Nu het woord apokalupsis. Het is een afleiding van het werkwoord apokalupto (apo=weg, kalupto=bedekken). Apokalupsis betekent dus het wegnemen van bedekking, openbaren, ontsluieren. Het komt voor in de volgende teksten:

"Zie uit naar de openbaring van onze Here Jezus" (1Cor.1:7).

"God zal u verkwikken bij de openbaring van de Here Jezus, als Hij komt om verheerlijkt te worden in Zijn heiligen" (2Thes.1:7-10).

"Laat de echtheid van uw geloof tot lof en eer en heerlijkheid zijn bij de openbaring van Jezus Christus" (1Petr.1:7).

"Vestig uw hoop volkomen op de genade, die u gebracht wordt bij de openbaring van Jezus Christus" (1Petr.1:13).

"Verblijd u als u deel hebt aan het lijden van Christus, opdat u zich ook moge verblijden bij de openbaring van Zijn heerlijkheid" (1Petr.4:13).

"Openbaring van Jezus Christus ...." (Op.1:1).

"Met reikhalzend verlangen wacht de ganse schepping op het openbaar worden van de zonen Gods" (Rom.8:19).

APOKALUPSIS IS ZICHTBAARWORDING

De beste vertaling van het woord apokalupsis is ontsluiering. Het drukt het duidelijkst uit, dat de apokalupsis van Christus niet in eerste instantie een kwestie is van komen, maar van zien. Hij, die gekomen is, in ons aanwezig is, zal zichtbaar worden, ontsluierd.

Wij, die Zijn parousia kennen in de geest, zien uit naar Zijn ontsluiering. Niet daar, ergens in de lucht, op een zichtbare wolk of als een felle bliksemflits, maar eerst in ons, en dan door ons (Gal.1:15, Rom.8:18-20, Col.3:1-4). Zo maakt de Vader ons tot een "nieuwe schepping". Zo worden we door Zijn Geest "bewerkt" tot een mens, die het beeld van de Schepper draagt (Col.3:10b).

Het volgende verhaal van de grote Italiaanse beeldhouwer Benvenuto Cellini is zeer verhelderend. Het gaat over een groot blok marmer, waar een grote barst in zat. Geen enkele beeldhouwer kon er wat mee, behalve één. Deze liet er op het grote plein van Florence een schutting omheen zetten en er werd een schuurtje bij gezet voor de kunstenaar. Twee jaar lang werd eraan gewerkt. Toen verzamelden de burgers van Florence zich op het plein voor de onthulling. Toen de schutting werd verwijderd, waren de aanwezigen met stomheid geslagen. Ze zagen de David, gemaakt door ene Michelangelo.

Niemand zag wat in dat blok marmer, behalve Michelangelo. En zó ziet God ook iets in ons. We zijn immers Zijn maaksel (Ef.2:10). De almachtige Vader ziet ook in ons iets moois: het beeld van Jezus Christus. Hij werkt onvermoeibaar door, in het verborgene, om ook in ons het beeld van Zijn Zoon te bewerken en te openbaren (vgl. Gal.1:15-16).

Laten we ons gerust toevertrouwen aan de handen van de Beeldhouwer. Hij kan in ons de Zoon vormen ondanks de barst in het materiaal, ons "vlees". Laten we Hem maar in ons laten werken (vgl. Joh.5:17). Want Hij maakt mensen nieuw. Hij vernieuwt ons tot Zijn beeld" (Col.3:10).

IN HET VERBORGENE

God werkt in het verborgene. Job zei: "Ga ik naar het oosten of naar het westen, ik zie Hem niet. Werkt Hij in het noorden of in het zuiden, ik zie Hem niet. Maar Hij weet wel, hoe mijn wandel is" (Job 23:8-10). Ja, "ik weet dat mijn Verlosser leeft!" (Job 19:25).

Wat de situatie ook is, een tijd van beproeving, eenzaamheid of wanbegrip, blijf zeggen: "Ik ben de Zijne; Hij kent en doorgrondt Mijn hart; Hij weet hoe mijn wandel is". "Ik zal wachten op de HERE, die Zijn aangezicht verbergt, ja, op Hem zal ik hopen" (Jes.8:17).

Hij verbergt Zich namelijk opdat daaruit iets zou voortkomen, net als bij Job (Jac.5:11). Als God Zich verbergt, zit Hij niet stil! (Joh.5:17). In het verborgene werkt Hij door om ons geestelijk volwassen te maken, als "Christus", als "christen" (1Cor.15:22, Job 42:1-16).

Ook de Zoon van God kwam verborgen als mens, "gewikkeld in doeken". De Vader had Hem verborgen, opdat Hij Zich kon openbaren aan oprecht zoekenden (Spr.25:2). In plaats van Zijn belagers te confronteren met Zijn almacht en alwetendheid, is het de goddelijke wijsheid, dat Jezus Zich terugtrok. Het was Gods Geest, die Hem leidde naar eenzame plaatsen om alleen met de Vader te zijn. Hij was veracht, werd gehoond en belachelijk gemaakt en uiteindelijk verworpen. Hij deed niets om Zich te bewijzen.

Ja, het levende Woord, waardoor alle dingen geworden zijn, verbergt Zich, opdat men "Hem zou zoeken en, hoewel Hij heel dichtbij is, Hem al tastende zou vinden" (Hand.17:27-28).

Ook ons nieuwe leven is verborgen. Paulus zegt: "Jullie zijn gestorven en jullie leven is verborgen met Christus in God" (Col.3:3-4). Het is nog versluierd en we bewaren die verborgen schat in aarden vaten, opdat het leven van Christus in volheid kan worden ontsluierd bij de voleinding (=bij het einddoel bereiken) van deze "eeuw van genade", tot eer van God, de Vader (2Cor.4:7, 2Tim.1:12).

DE APOKALUPSIS VAN CHRISTUS IN ZIJN LICHAAM

Dat er een openbaring van Jezus' Christus kan komen is een werk van God, dat alles uit het verleden overtreft. Zoals eerder gezegd is dat niet de openbaring van de Heer Jezus alleen, maar van de volheid van Christus, van de Zoon van God en de zonen Gods, van het Hoofd en Zijn Lichaam.

In het begin van het bijbelboek "Openbaring van Jezus Christus" is het opmerkelijk, dat Hij ons tot koningen en priesters voor God wil maken, tenminste ..... als we overwinnen (Op.1:6). Hij, Koning, wij koningen.

Door het hele boek Openbaring heen zien we de ontsluiering van hen samen, van de Zoon èn van de zonen, van het Lam èn van hen die het Lam volgen, van het Woord èn van hen die trouw zijn aan dat Woord.

Ze zijn samen met Jezus één, zijn van alle tijden, en door vurige ovens gelouterd (vgl.Op.1:15). In hen is de gestalte van Christus volgroeid. Ze hebben Zijn gezindheid en doen volkomen Zijn wil. Er is maar één verschil: de Heer Jezus is de de eerste, de oudste, de grootste. De anderen de vele broeders (Rom.8:29).

De laatste jaren heeft de boodschap over groei tot geestelijke volwassenheid en openbaring tot zoonschap duidelijk geklonken. In allerlei gemeenten en kringen kon men erover horen preken.

Inderdaad! De tijd is nabij gekomen, dat die lang verwachte openbaring zal plaatsvinden, geheel volgens Gods plan. De mensheid is in "de aarde" gezaaid, hopend op "verrijzenis" (=groei) en een "goede oogst" (Rom.8:21a). Met die hoop wacht ook de schepping op de apokalupsis van zoonschap, op de ontsluiering van de volheid van Christus (Rom.8:19). Daar spitst alles zich op toe. En het heerlijke is, dat dit met spoed staat te gebeuren.

OPENBARING VAN GODS AARD

Het bloed, het zwaard, het vuur, het kruis, de heilige Geest, enz. hebben in ons hun werk niet gedaan om ons alleen maar klaar te maken voor een plekje in de hemel. Het was juist Gods bedoeling, dat Hij in ons zou komen wonen. Hij wil, dat Christus in ons gestalte krijgt, opdat we Hem zouden openbaren, Zijn wezen, Zijn aard.

Jaren lang hebben we gezegd: "Als de wereld de werken van God eens zou kunnen zien!" De werken Gods zijn aan de wereld getoond en daar kwamen talloze nieuwsgierigen op af. We hebben wonderen en tekenen gezien in grote campagnes. Zeer veel mensen werden gedoopt met de heilige Geest. Het was maar een begin.

Want nu gaat God de zuchtende mensheid en de ganse schepping verlossen, niet door het geven van zegeningen, maar door de openbaring van Zijn zonen, van de zonen Gods, van "de volheid van Christus", van het "volk voor Zijn naam" (Rom.8:19-22).

Dat "volk voor Zijn naam" maakt Hij nu klaar, in het verborgene (Hand.15:14). En als het wordt ontsluierd, zal het Gods wezen, Zijn aard, Zijn liefde en genade, Zijn kracht en leven, Zijn redding en verlossing ongelimiteerd doen stromen tot de vermoeide en belaste mensheid, net zoals Jezus dat deed in Israël. Dat "volk" zal de grote werken Gods doen, niet in één land, maar wereldwijd (Joh.14:12).

HET GEHEIMENIS CHRISTUS

Het geheimenis van Christus is het grootste geheimenis aller eeuwen. Het is: "Christus in ons, de hoop der heerlijkheid". Dat is: "Christus in ons, verborgen in het vlees". Het is Zijn leven, dat in ons komt wonen. Onze lichamen worden dan tempels van de heilige Geest (1Cor.6:19). En vanuit die "heiligdommen" zal God spreken tot de ganse kosmos en Zijn heerlijkheid machtig openbaren.

Ja, "de Christus, die ons leven is" zal openbaar worden. Het leven van Christus zal ontsluierd worden en Zijn heerlijkheid zal gezien worden. Eeuwen lang is het verborgen gebleven. Hij komt, en met Hem de Zijnen. "Hij komt met Zijn heilige tienduizendtallen" (Judas 1:14). "Hij komt met de wolken en elk oog zal Hem zien" (Op.1:7). "Hij komt en Zijn loon (=de zonen Gods) is bij Hem" (Op.22:12).