Home page

De doop
Christus Jezus in

"Door één Geest
worden wij allen tot één lichaam gedoopt,
hetzij Joden, Grieken, slaven of vrijen"
(1Cor.12:13).

INLEIDING

De doop is een onderwerp, waarover veel verschil van mening bestaat. De één doopt door besprenging, de ander door onderdompeling. In veel kerken doopt men kinderen, in andere gelovige christenen. In de meeste doet men dat in de naam van de Vader, de Zoon en de heilige Geest, andere alleen in de naam van Jezus.

Het is niet onze bedoeling om de verschillen nòg groter te maken. Integendeel! Er is een waarheid over de doop die verenigt: de doop Christus in. Zij die zich door Gods Geest laten dopen tot in Christus Jezus, worden één door de band des vredes (Ef.4:3). Ze verstaan wat Paulus schrijft, dat er "één lichaam is, één Geest, één Heer, één geloof, één doop" (Ef.4:4-6).

Eén doop? Ja, één doop bestaande uit drie stadia (drie=volkomenheid). Eerst de natuurlijke afschaduwing ervan, het symbool (de "waterdoop" om "nieuw" te leren denken, Mat.3:2,6). Dan de vervulling ervan (de "Geestesdoop" om geestelijke groeikracht te ontvangen, Hand.1:8) en tenslotte de voleinding ervan, het einddoel (de "doop tot in Christus", Rom.6:3, 1Cor.12:13).

DOPEN IN EEN PERSOON

Om deze derde fase van het doopproces te verduidelijken, neemt Paulus een voorbeeld uit het oude testament. Hij schrijft: "Jullie weten, dat onze vaderen onder de wolk waren, door de zee gingen en zich allen lieten dopen in Mozes in de wolk en in de zee" (1Cor.10:1-5). Paulus gebruikte hier twee verschillende Grieks voorzetsels, eis en en.

Ze lieten zich dopen in Mozes. Het Griekse voorzetsel is eis (=in, tot in, naar hem toe).
In de wolk en in de zee. Het Griekse voorzetsel is hier en (=door, door middel van).

Paulus zegt dus: "Ze lieten zich 'dopen' Mozes in (tot hem, naar hem toe) door (wat ze hadden zien gebeuren met) de wolk en de zee".

Wat hadden ze gezien? God had hen van de slavernij in Egypte verlost! Hij had hen met sterke hand uitgeleid! Hij had voor hen een weg door gemaakt door de zee! Hij ging hen voor in de wolk van Zijn heerlijkheid (Ex.13). "Toen Israël zag, wat de Heer had gedaan, geloofden ze in de Heer en in Mozes, Zijn knecht" (Ex.14:31). "Ze geloofden in Mozes" (Hebr.: aman=steunden op, bouwden op, vertrouwden, Ex.14:31).

Het volk had namelijk steeds op twee gedachten gehinkt: ze hadden nu eens wel en dan weer niet voor Mozes gekozen. Ze waren in hun relatie tot hem onstandvastig en onbetrouwbaar. Maar nu steunden, vertrouwden, geloofden en bouwden ze wel op hem, omdat men had gezien, welke machtige daden de Heer door zijn hand gedaan had.

Het Griekse woord (baptizo) bevestigt dat. Want het tweede gedeelte van het woord is izo en dat betekent gaan zitten, zich nestelen in. Ze werden nu één met hem, niet langer tegen hem! Izo! Eindelijk was het volk één met de leider. Allen "lieten zich dopen in Mozes". Samen konden ze het lied van Mozes zingen (Ex.15).

In het nieuwe verbond is Jezus Christus de leider, de goede herder. Hij leidt nu het volk uit "Egypte" naar "het beloofde land". Ook nu spreekt God door de heilige Geest: "Als jullie Zijn stem horen, verhardt je hart dan niet" (Hebr.3:7). Ook nu moeten "we tot in Hem gaan", ons Christus in laten dopen, ons "in Hem nestelen", ons laten inlijven "in Christus" door de heilige Geest. Die "doop" is een geestelijke beïnvloeding, die ons doet "veranderen van heerlijkheid tot heerlijkheid, door de Heer die Geest is" (2Cor.3:18). Ze maakt ons één met Hem, losgekocht van de aarde, gekocht uit de mensen als eerstelingen voor God en voor het Lam (Op.14:1-5).

IN DE ROTS

Nu Romeinen hoofdstuk 6. Daar staat: "Weet u niet, dat wij allen, die in Christus Jezus gedoopt zijn, in Zijn dood gedoopt zijn? We zijn dan met Hem begraven door de doop in de dood, opdat ook wij in nieuwheid des levens zouden wandelen" (Rom.6:3-4).

Deze verzen worden altijd aangehaald als bijbelse onderbouwing voor een waterdoop, samen met andere verzen, die daarmee in overeenstemming moeten worden gebracht, zoals bij voorbeeld "omdat u met Hem begraven bent in de doop" (Col.2:12). Die gedachtengang is veel te laag. Want Paulus heeft het niet over een doop in water, over de ceremonie. Hij spreekt over een geestelijk gebeuren, over de doop Christus Jezus in.

Over Romeinen 6 zou ik daarom drie opmerkingen willen maken.

Ten eerste: nòch Romeinen 6, nòch Colossenzen 2:12 gebruikt Paulus het woord water, ook niet in de context. Men neemt altijd maar aan, dat "met Hem begraven door de doop in de dood" betrekking heeft op een ceremonie met water in plaats van op de ware, geestelijke doop Christus Jezus in (Rom.6:3).

Ten tweede: het gaat hem steeds over éénwording met Christus. Er staat: "We mogen niet bij de zonde blijven" (Rom.6:1). Want "hoe zullen wij, die aan de zonde gestorven zijn, daarin nog leven?" (Rom.6:2). Nee! We verlaten de zonde! We aanvaarden "Zijn juk" (Mat.11:29). We gaan in Zijn voetstappen treden (Hebr.13:13, 1Petr.2:21, Mat.7:14). En dan? Dan "nestelen we ons" in Christus en gaan we in Hem leven, met Hem samengroeien aan Zijn dood, met Hem sterven (1Cor.15:22, Rom.6:5, Col.3:3). Dan gaat ons "ik" namelijk dood (Gal.2:20). We zijn als het ware met en in Hem begraven en met Hem opgewekt tot nieuw leven (Rom.6:4). We zijn in Christus Jezus! "Gedoopt" tot in Hem!

Ten derde iets over het in Hem begraven zijn (Rom.6:3). Christus stierf en werd niet begraven in een gedolven graf. Dat is de handelwijze nu: we laten het lichaam van een overledene neer in de grond en bedekken het weer met aarde.

Maar de Heer (en trouwens ook alle aartsvaders en bijna alle koningen van Israël) werd gelegd in een spelonk, in een rots. Paulus schreef dan ook niet over een begrafenis in de grond of in water. Hij dacht aan het "in de Rots begraven worden". Hij zegt: "Jullie zijn gestorven en je leven is verborgen met Christus in God" (Col.3:3). Wie is ons een rots? Er is geen "rots buiten onze God!" (Ps.18:32). De Heer is "mijn vesting en mijn bevrijder, mijn God, de Rots bij wie ik schuil" (Ps.18:3). "Hij is mijn rots en mijn heil" (Ps.62:7a). Wat is het heerlijk te weten, Christus in te zijn gedoopt! Dan rust je in vrede, in de Rots, alle dagen van je leven.

IN DE ARK

Petrus confronteert ons met dezelfde gedachte. Hij zegt: "In de dagen van Noach werd de ark in gereedheid gebracht, waarin maar acht zielen (acht=nieuw leven) door het water heen gered werden. Als tegenbeeld redt u nu de doop, die niet een afleggen is van lichamelijke onreinheid" (1Petr.3:21).

Petrus heeft het niet over een waterdoop. Hij heeft het over "het gaan in de ark, over "de doop in (naar, tot in) Christus Jezus. De "acht" werden gered, omdat ze de ark in gingen. Zo redt u thans de doop Christus Jezus in (vers 20-22). "In de ark zijn" is identiek aan "in de Rots zijn", "in Christus zijn".

Nadrukkelijk vermeldt Petrus erbij, dat het hier niet gaat om een oudtestamentische wassing (vers 21). Het gaat om veel meer dan dat: om het gaan in de Ark, in de Rots, in Christus. Hij zegt, dat dat een gebed is van een goed geweten tot God, een gebed om in Christus te mogen zijn en te verrijzen. "In Hem is ons een plaats gegeven in de hemelse gewesten" (Ef.2:6). "Het leven is in de Zoon" (1Joh.5:11). Dat "nieuwe" leven is in Christus, in de Rots, in de Ark.

Nu wordt net als in de dagen van Noach de hele "aarde" opnieuw overstroomd door een "grote vloed". Ieder "ziend" christen weet, dat die "vloed" alles "wegneemt" wat niet in de "ark" is! Het is nu "een vloed van louterend vuur". Alles wat met "hout, stro en stoppelen" tot stand is gekomen wordt verbrand. Alleen "in de Ark" is die "vloed" te doorstaan. Want het is als in de dagen van Noach (Luc.17:26). De "tegenwoordige hemelen en de tegenwoordige aarde" zullen hetzelfde lot ondergaan, maar dan door "vuur" (2Petr.3:1-7). Wij mogen nu de "Ark" ingaan, ons laten "dopen" door één Geest, één Lichaam in, "de Rots in", "Christus in".

"In Christus Jezus"! Eén met de Zoon, in alles! Zijn vlees eten en Zijn bloed drinken. Het Lam volgen waarheen Hij ook gaat! En steeds denken aan wat "boven" is, niet wat op de "aarde" is. Want "u bent gestorven en uw leven is verborgen met Christus in God" (Col.3:1-3).

Bedenk de dingen die boven zijn! Dat geldt natuurlijk ook voor dooprituelen. We moeten niet blijven steken in zichtbare ceremonieën, maar naar de geestelijke betekenis en inhoud ervan zoeken. En daarbij altijd voor ogen houden, dat het hoogste de doop Jezus Christus in is. In Hem is alles! Wijsheid, rechtvaardigheid, heiliging, verlossing (1Cor.1:30). Als wij in Christus zijn, dan is Zijn weg ònze weg, Zijn wil ònze wil. Zijn streven òns streven. Dan zijn we geheel voor Hem, gedoopt in Zijn Wezen, gedoopt in Zijn naam.

IN HET LAGERE BLIJVEN STEKEN

"Paulus kwam in Efeze en trof daar een paar discipelen aan. Hij vroeg: Hebben jullie de heilige Geest ontvangen, toen je tot het geloof kwam? Maar ze zeiden: We hebben niet eens gehoord, dat er een heilige Geest is" (Hand.19:1-2).

Kennelijk miste Paulus iets in deze oprechte mannen. Het had iets met de doop te maken, want meteen vroeg hij: Maar "waarin zijn jullie dan gedoopt?" (Hand.19:3). "Ze zeiden: In de doop van Johannes" (vers 4).

Die twaalf waren niet verder gekomen dan alleen de doop van Johannes. Ze hadden zich bekeerd van zondige wegen, want Johannes doopte een doop van bekering (Hand.19:4). Maar kenden ze de doop met de heilige Geest? Konden ze ook "door één Geest gedoopt worden tot één lichaam", "Christus Jezus" in?

Toen zei Paulus tot hen: "Johannes doopte een doop van bekering en hij zei tot het volk, dat ze moesten geloven in Hem, die na hem kwam, dat is Jezus". En toen ze dat hoorden, lieten ze zich dopen in de "naam" (=wezen) van Jezus. Paulus legde hun de handen op, de heilige Geest kwam over hen en ze spraken in tongen en profeteerden (Hand.19:4-7). Nu konden ze verder: Christus Jezus in .....

Wie van ons wist in het begin van zijn geestelijk leven, dat de doop met water gevolgd zou moeten worden door de doop met de heilige Geest? Wie weet er nu, dat door die Geest we Christus Jezus in horen te worden gedoopt? Wie daar wèl wat van gaat zien en verlangt naar het "nieuwe" leven in Hem, zal het "oude" steeds meer laten voor wat is. Hij zal "nieuw" leren denken en doen en zijn (1Joh.2:27). Alles komt dan onder Zijn controle! Hij wordt Koning en Heer in ieder, die zich zo laat "dopen".

HET EINDDOEL

Ieder christen zou van de drie stadia van baptizo naar het hoogste moeten streven. Maar helaas kregen vleselijke gedachten al in de eerste gemeente de overhand. In Corinthe was het zo: "Ieder van jullie heeft zijn leus: Ik ben van Paulus! En ìk van Apollos! En ìk van Cefas! En ìk van Christus!" (1Cor.1:12-17). De doop Christus Jezus in werd uit het oog verloren. Dan word je nooit één. Het gebeurt helaas nog steeds.

Nog één vraag: voor wie laten de Zijnen zich dopen tot in één lichaam" (Col.2:12)?

Voor hen zelf? Nee, zegt Paulus, voor de doden (1Cor.15:29). Dat is: voor alle mensen, die geestelijk nog niet leven door Jezus. Hij heeft Zich immers gegeven tot een losprijs voor allen (1Tim.2:6, Rom.5:18).

Zij die "in Christus" zijn gaat God gebruiken om alles weer op te richten en "nieuw" te maken (Hand.3:21). De vorming van "de volheid van Christus" en de openbaring daarvan is nodig voor een universele verlossing (Rom.8:19-22). Alle "doden", alle volken zullen de paradijselijke "vrijheid van de heerlijkheid van de kinderen van God" leren kennen (Op.21:1-5). Dat gebeurt door hen die tot in Christus Jezus zijn gedoopt, door Hem en de Zijnen, door de Zoon samen met de zonen Gods, door "de volheid van Christus". Dan zal uiteindelijk "in de naam van Jezus alle knie zich buigen van wie in de hemel en wie op de aarde en wie onder de aarde zijn". Dan wordt de ganse schepping "nieuw". "En alle tong zal belijden: Jezus is Heer, tot eer van God, de Vader!" (Fil.2:10-11). Dan zijn alle dingen "uit Hem en door Hem en tot Hem" (Rom.11:36).